Op 24 maart 1992 werd Dirk Frimout de eerste Belg in de ruimte met de Atlas-1 Space Shuttle-missie. Hoewel wetenschap een inspanning is die zich uitstrekt over millennia aan geschiedenis en alle continenten van de wereld - geen enkel wetenschappelijk idee is in afzondering ontstaan - willen we het ter gelegenheid van deze 30e verjaardag toch specifiek hebben over de rol die het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA) heeft gespeeld bij deze grote stap in de Belgische geschiedenis. Ten eerste omdat Dirk Frimout de eerste 13 jaar van zijn carrière aan dit Instituut heeft doorgebracht; en ten tweede omdat drie van de instrumenten die hij tijdens dit avontuur in de baan van de aarde onder zijn hoede had grotendeels aan het BIRA werden ontwikkeld.
Laten we drie decennia terugspoelen
Stap in je tijdmachine, zet de timer op precies 30 jaar, dat wil zeggen 24 maart 1992. De opkomst van grunge, de tijd van Walkmans, het jaar waarin Jump van Kris Kross en Tears in Heaven van Eric Clapton uitkwamen. Tegelijkertijd keken de Belgische pers en het publiek er vol spanning naar uit om deel uit te maken van het ruimtetijdperk in de geschiedenisboeken, terwijl de wetenschappers en ingenieurs van het - toen nog niet "koninklijke" - Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie druk bezig waren met de voorbereiding van de Atlas-1 missie, in samenwerking met hun vroegere collega Dirk Frimout bij ESA, en met NASA.
Bekijk "Lancering Atlas-1: in de controlekamer van het BIRA"
Kort wat achtergrond: Frimout was zijn carrière bij het Instituut begonnen in 1965, had het geschopt tot hoofd van de afdeling instrumentatie, leidde vele meetcampagnes met stratosferische ballonnen en ontwikkelde het concept van een instrument genaamd de ‘Grille-spectrometer’.
In 1978 werd hij hoofdingenieur bij de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA), maar hij bleef nauw samenwerken met het BIRA aan diens ruimte-instrumenten, vooral tussen 1984 en 1993, toen hij projectleider werd van de Spacelab-missies. Dit was een ESA-programma dat met Space Shuttles vloog en verschillende BIRA-instrumenten vervoerde:
- Grille-spectrometer (hierboven vermeld): om de chemische samenstelling van de middelste en bovenste atmosfeer te bestuderen door te observeren hoe de atmosfeer infrarode straling van de zon absorbeert
- SOLSPEC: om de variabiliteit van de door de zon uitgezonden energie te observeren
- ALAE: om de hoeveelheid waterstof en deuterium (waterstofatomen met een extra neutron) in de atmosfeer te meten
De Atlas-1 missie
Na hun eerste vluchten in de ruimte met de Spacelab-1 missie in 1983, was het tijd om die reis een tweede keer te maken met de Atlas-1 missie in 1992, aan boord van Space Shuttle Atlantis. Deze keer werden ze echter vergezeld door Dirk Frimout zelf. Als een van de twee ‘payload-specialisten’ onder de bemanning was Frimout verantwoordelijk voor het uitvoeren van de metingen en experimenten met de suite van in totaal 12 instrumenten.
De Atlas-1 missie werd op 24 maart gelanceerd vanaf het Kennedy Space Center (KSC) in Cape Canaveral, Florida. Veel van de ingenieurs en wetenschappers van het BIRA die bij het project betrokken waren, waren in het KSC aanwezig om ‘ground support’ te verlenen voor hun apparatuur, zoals zij eerder al hadden gedaan voor Spacelab-1. De draagraketten slaagden erin 105 982 kg naar ongeveer 290 km boven het aardoppervlak te tillen. De vlucht duurde bijna 9 dagen en voltooide 143 omloopbanen rond de planeet, waarbij de zevenkoppige bemanning - verdeeld in een blauw en rood team - in shifts werkte om geen enkele kostbare seconde verloren te laten gaan.
Bekijk "Atlas-1: controle na de ruimtevlucht"
De missie was een succes. De eerste Belg in de ruimte was een feit. De instrumenten presteerden goed en wetenschappers verzamelden grote hoeveelheden wetenschappelijke gegevens die hen zouden helpen om hun kennis van de interactie tussen de zon en de atmosfeer van de aarde te vergroten (denk aan het klimaat, de ozonlaag,...). Maar deze korte Space Shuttle-missies zoals Spacelab en Atlas waren ook een opstapje naar een ander ongelooflijk internationaal, wetenschappelijk en technisch huzarenstukje: het Internationaal Ruimtestation (ISS), met alle wetenschap die aan boord wordt verricht.
Het is in het ISS dat de tweede Belgische astronaut, Frank De Winne, in de voetsporen trad van Frimout, slechts 10 jaar na Atlas-1. De Winne verbleef 8 dagen in de ruimte in 2002, maar hij keerde terug naar het ISS in 2009, deze keer voor 6 maanden. Tijdens de laatste twee maanden werd hij de eerste commandant van het ISS die niet van Russische of Amerikaanse nationaliteit was.
Onze tijdmachine heeft ons nu teruggebracht naar het heden, en we vragen ons af "Wie zal de derde Belg in de ruimte worden?". We zullen het misschien al binnen enkele maanden weten! Van de 1007 Belgen die zich hebben ingeschreven voor de astronautenselectie van ESA werden 50 kandidaten weerhouden voor fase twee (waarvan 21 vrouwen). De resultaten van de eindselectie kennen we in de herfst van dit jaar. Laten we duimen!
Meer foto's
Credit: NASA