Wetenschappelijke evaluatie van de aantasting van de ozonlaag
Ozon in de stratosfeer beschermt mensen en de biosfeer tegen ultraviolette zonnestraling die het risico op huidkanker, cataract en onderdrukking van het immuunsysteem verhoogt. De onaangename ontdekking begin jaren tachtig van een gat in de ozonlaag elke lente boven Antarctica, en van zijn snelle afbraak over de rest van de wereld, spoorde de beleidsmakers aan om in 1985 het Verdrag van Wenen te ondertekenen, gevolgd in 1987 door het Montreal-protocol. Zodoende werden de productie en uitstoot van chloorfluorkoolwaterstoffen die de ozonlaag aantasten verboden.
Daarnaast kreeg de onderzoeksgemeenschap de opdracht om –elke vier jaar– de toestand vast te stellen van:
- de ozonlaag
- de stoffen die verband houden met de afname ervan
- de effecten van klimaatverandering op de ozonlaag
Die vierjaarlijkse beoordelingen worden gecoördineerd door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het VN-Milieuprogramma (UNEP).
Stopzetting van de afbraak
Latere metingen door verschillende grond- en satellietinstrumenten toonden aan dat het aftakelingsproces vertraagde en dat de hoeveelheid ozon in de stratosfeer uiteindelijk stabiliseerde rond 1997. Deze cruciale waarneming bevestigde dat het verbod op chloor- en broomhoudende gassen de ozonlaag had helpen beschermen.
De volgende vraag was dan of de ozonconcentraties weer zouden toenemen naar hun oorspronkelijke niveau, als gevolg van de dalende hoeveelheid schadelijke stoffen.
Ozonconcentraties in de hogere stratosfeer nemen opnieuw toe
Het antwoord vinden op deze vraag bleek een grote uitdaging te vormen door:
- de intrinsieke veranderlijkheid van de atmosfeer
- de onzekerheden verbonden aan de metingen en de schattingsmethodes van de lange-termijn trends
De invloed van deze laatste twee factoren werd tijdens de afgelopen twee jaar heroverwogen door de internationale onderzoeksactiviteit LOTUS (Lange termijn Ozon Trends en Onzekerheden in de Stratosfeer), uitgevoerd onder voogdij van het Wereld Klimaatonderzoek-Programma (WCRP) en diens Stratosfeer-troposfeer Processen en hun Rol in het Klimaat (SPARC) project.
Onderzoekers van het BIRA hebben LOTUS mee opgestart, gecoördineerd en ertoe bijgedragen, en ze bevestigden recent samen met hun internationale collega’s dat de hoeveelheid ozon toenam met 1,5% tussen 2000 en 2016 in de hogere stratosfeer over de gemiddelde breedtegraden in het noordelijk halfrond. Dit langverwachte positieve resultaat bevestigt dat het herstellingsproces van de ozonlaag daadwerkelijk begonnen is en dat de maatregelen getroffen door het Montreal-protocol effect hebben gehad.