Aanwezigheid van water en waterverdamping op planeet Venus
Net zoals de Aarde bezat Venus vroeger grote hoeveelheden water. Dit water was het resultaat van vulkanisme.
Het is echter volledig verdampt doordat Venus zeer dicht bij de Zon staat. Venus staat 1.38 keer dichter bij de Zon dan de Aarde. Daardoor is de energieflux die Venus ontvangt bijna 2 keer (1.91) zo groot als de energieflux die de Aarde bereikt.
Hoge temperaturen zorgen voor de verdamping van water. Dit effect wordt nog versterkt door het feit dat het kookpunt van water afhangt van de atmosferische druk: bij lage druk kookt water bij minder dan 100°C, wat de verdamping nog vergemakkelijkt.
Het is mogelijk dat de druk vroeger lager was omdat ontgassing pas later begon. En zo begon het broeikaseffect. Ultraviolette straling zorgde er vervolgens voor dat het broeikaseffect definitief werd.
Waterdamp is een gas dat het broeikaseffect enorm versterkt. Het draagt misschien voor 25% bij aan het broeikasprobleem op Venus en is waarschijnlijk de oorzaak voor het uit de hand gelopen effect op het klimaat van Venus.
UV-straling splitste de aanwezige waterdampmoleculen op in waterstof en zuurstof. Doordat waterstof lichter is, werd het snel (in ongeveer 500 miljoen jaar) afgevoerd door de zonnewind zodat het voor altijd verloren ging. De zuurstof die tegelijkertijd geproduceerd werd, bleef achter en reageerde door de hoge oppervlaktetemperaturen gemakkelijk met de rotsen in de korst.
Op hol geslagen broeikaseffect op Venus
Toen al het water verdwenen was, zorgde koolstofdioxide (CO2) voor het broeikaseffect. Op Aarde wordt dit gas door de regen weggespoeld en door het oppervlaktewater naar de oceanen gevoerd waar het wordt omgezet in carbonaat (schelpen en kalk). Maar dit gebeurt niet op Venus! De CO2 blijft aanwezig in de atmosfeer waar het voortdurend het broeikaseffect bevordert.
Op deze manier verloor Venus in een periode van 1 tot 2 miljard jaar het water dat het door ontgassing in 500 miljoen jaar had verkregen.