Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) is het vermogen van elektrische apparatuur en systemen om aanvaardbaar te functioneren in hun elektromagnetische omgeving, door het beperken van de onbedoelde opwekking, verspreiding en ontvangst van elektromagnetische energie die ongewenste effecten kan veroorzaken, zoals elektromagnetische interferentie (EMI) of zelfs fysieke schade in operationele apparatuur.
Het doel van EMC is de juiste werking van verschillende apparatuur in een gemeenschappelijke elektromagnetische omgeving. Het is ook de naam die wordt gegeven aan de bijbehorende tak van de elektrotechniek.
EMC buigt zich over drie belangrijke soorten problemen:
- "Emissie" is de opwekking van elektromagnetische energie, opzettelijk of per ongeluk, door een bepaalde bron en het vrijkomen ervan in de omgeving. EMC bestudeert de ongewenste emissies en de tegenmaatregelen die kunnen worden genomen om ongewenste emissies te verminderen.
- "Gevoeligheid" is de neiging van elektrische apparatuur, aangeduid als het slachtoffer, om in de aanwezigheid van ongewenste emissies, die bekend staan als radiofrequentie-interferentie (RFI), storingen of defecten te vertonen.
- "Koppeling" is het mechanisme waarmee de uitgezonden interferentie het "slachtoffer" bereikt.
Storingsvermindering en dus elektromagnetische compatibiliteit kunnen worden bereikt door een of meer van deze problemen aan te pakken, d.w.z. door de storingsbronnen te dempen, koppelingswegen te blokkeren en/of de potentiƫle slachtoffers te verharden.
In de praktijk zijn veel van de gebruikte engineeringtechnieken, zoals aarding en afscherming, op alle drie de kwesties van toepassing.