Waarom is een meteorenradar nodig?
Het BRAMS-netwerk, een systeem voor voorwaartse verstrooiing met 26 ontvangstations verspreid over heel België, kan een groot aantal meteoren detecteren dankzij zijn geometrische omvang. Het heeft ook de mogelijkheid om hoge snelheidsdeeltjes te detecteren die verdampen op hoogten boven ~105 km, waarvoor traditionele meteorenradars blind zijn. Aan de andere kant is het reconstrueren van individuele trajecten van meteoren op basis van multi-station BRAMS-waarnemingen een uitdagende opdracht die nog steeds in ontwikkeling is. Met een meteorenradar wordt de bepaling van deze trajecten en de vergelijking van BRAMS-resultaten met die van traditionele meteorenradars veel gemakkelijker.
Karakteristieken van de radar
Traditionele meteorenradars gebruiken een aangepaste versie van een commerciële weerradar, die het voordeel biedt om een kant-en-klaar systeem te leveren dat gemakkelijk is om te installeren, maar tegen een vrij hoge kost en met beperkte mogelijkheden om de besturings- en gegevensanalysesoftware te wijzigen. In plaats daarvan heeft het BIRA besloten om zelf een meteorenradar te bouwen tegen veel lagere kost en met het bijkomende voordeel de deskundigheid van de groep Ruimtefysica uit te breiden. De zender en de ontvanger bevinden zich op 100 meter van elkaar (zie Figuur 2). De zender zal gedurende slechts 10% van de tijd pulsen afgeven, met een piekvermogen in de orde van 2 kilowatt en een frequentie van enkele tientallen kHz lager dan die van de BRAMS-zender (49,97 MHz) om zo dezelfde meteoren te detecteren. De ontvanger is gemaakt van een interferometrisch systeem met behulp van 5 Yagi-antennes, vergelijkbaar met de antenne die in Humain gebouwd werd voor het BRAMS-netwerk. Het gebruik van pulsen heeft het voordeel dat de totale afgelegde afstand door de radiogolf bekend is, en dankzij het interferometrische systeem kan de richting van het weerkaatsingspunt berekend worden. Met twee extra klassieke BRAMS-ontvangstations in de buurt (binnen 10-15 km van de meteorenradar) kan een techniek gebaseerd op de vluchttijd worden gebruikt om het traject en de snelheid van meteoren te bepalen. We verwachten dat de meteorenradar later in het jaar 2019 zijn ‘eerste golven’ zal uitzenden. Dit project wordt gedeeltelijk gefinancierd door het Solar-Terrestrial Center of Excellence (STCE).